Versie februari 2025.
Gebruikshandleiding Struck Vergunningsvrij Bouwen Checker
Met de vergunningsvrij Bouwen Checker kan het achtererfgebied en het bebouwingsgebied van een bebouwd perceel worden bepaald, en worden de mogelijkheden voor wat betreft te bebouwen oppervlakte bepaald op basis van artikel 22.36 van de Bruidsschat. Het is toe te passen op alle situaties waarbij door de gemeente in het Omgevingsplan het artikel 22.36 Bruidsschat nog niet is gewijzigd ten opzichte van de inwerkingtreding van de Omgevingswet op 1 januari 2024.
Om het programma te kunnen gebruiken dient er op het perceel een hoofdgebouw aanwezig te zijn, en dient men te weten wat het oorspronkelijke hoofdgebouw is. Op basis van het oorspronkelijke hoofdgebouw dient te worden aangegeven hoeveel m2 aan bijbehorende bouwwerken er al op het perceel aanwezig is ten opzichte van het oorspronkelijke hoofdgebouw waardoor het programma vervolgens op basis van het bepaalde achtererfgebied en bebouwingsgebied aangeeft hoeveel m2 aan bijbehorende bouwwerken er nog mag worden gebouwd.
Aandachtspunten bij het gebruik van de Vergunningsvrij Checker
- Om het programma te gebruiken dient de gebruiker voldoende kennis te hebben over de begrippen binnen artikel 22.36 zoals erf, Openbaar toegankelijk gebied, Oorspronkelijk hoofdgebouw, bijbehorend bouwwerk, voorkant e.d.
- Er wordt gebruik gemaakt van luchtfoto’s in hoge resolutie, maar binnen deze foto’s heeft men altijd te maken met een invalshoek. Probeer daarom zo goed mogelijk rekening te houden met deze afwijking en gebruik zo veel mogelijk de rode lijn die is gebaseerd op de gegevens zoals die bekend zijn van alle aanwezige bebouwing bij het kadaster en de gemeente.
- Op basis van de Vergunningsvrij Bouwen Checker kan er een afwijking zijn ten opzichte van het totaal aanwezige aantal m2 bijbehorende bouwwerken. Bij het trekken van de lijnen om het oorspronkelijke hoofdgebouw en de bijbehorende bouwwerken wordt de maatvoering aangegeven.
- Bij het bepalen van de oppervlakte van bestaande bebouwing dient rekening te worden gehouden met aanwezige overstekken en goten. Is er voor het bijbehorend bouwwerk een rode lijn, dan kan die worden aangehouden aangezien dit de maatvoering is die is vastgelegd bij de gemeente. De maatvoering dient zo nauwkeurig mogelijk te worden bepaald op de gevels van de aanwezige bebouwing. Doordat ook de maatvoering wordt getoond kan direct worden gecontroleerd of de juiste lijnen om het bijbehorende bouwwerk zijn getekend. Mocht dit veel afwijken van de werkelijke maatvoering ter plaatse dan kan een nieuwe lijn om het bijbehorend bouwwerk worden getekend waarbij rekening wordt gehouden met de ter plaatse aanwezige afmetingen.
- Het programma kijkt naar de bestemming(en) op het perceel, en bepaalt of een bestemming onderdeel is van het erf dat onderdeel kan zijn van het achtererfgebied. Zo laat het programma op basis van het Omgevingsplan zien of er bepaalde delen van het perceel bijvoorbeeld een andere bestemming hebben of specifiek zijn uitgesloten voor vergunningsvrij bouwen zoals een deel van het perceel met de bestemming ‘’Wonen’ en een deel van het perceel met de bestemming ‘Agrarisch’ Het programma kijkt nog niet naar specifieke dubbelbestemmingen die het specifieke gebruik ten dienste van het hoofdgebruik beperken.
- Het programma gaat standaard uit van één kadastraal perceel, maar binnenkort kunnen ook meerdere percelen of delen van een perceel worden geselecteerd.
- Het programma geeft ook de 4 meter lijn aan ten opzichte van het oorspronkelijke hoofdgebouw. Binnen de 4 meter lijn mag worden gebouwd ten dienste van het hoofdgebruik, daarbuiten mag alleen worden gebouwd ondergeschikt aan het hoofdgebruik.
- Kan men gebruik maken van vergunningsvrije bouwmogelijkheden op grond van artikel 22.27 Bruidsschat (bouwen in het achtererfgebied in overeenstemming met het Omgevingsplan) dan dient voor de bouwmogelijkheden het vigerende omgevingsplan (vm. bestemmingsplan te worden geraadpleegd, en kan via dit programma worden bepaald wat het achtererfgebied is waarbinnen dan mag worden gebouwd conform de bouwmogelijkheden van het Omgevingsplan.
- Het programma kijkt niet of op het perceel sprake is van een monument (Rijks- Provinciaal of gemeentelijk) en kijkt ook nog niet of het perceel binnen een beschermd Stads- of Dorpsgezicht ligt. Dit dient de gebruiker zelf te weten/onderzoeken. Is er sprake van een monument of valt het bouwwerk binnen een beschermd gezicht dan is het bouwen op grond van artikel 22.36 en artikel 22.27 voor bijbehorende bouwwerken ook niet mogelijk.
Stapsgewijze toelichting op de in het programma in te vullen onderdelen
-
Is dit uw locatie?
Gevraagd wordt om op basis van het ingevoerde adres aan te geven of dit het juiste perceel is waarop het achtererfgebied en bebouwingsgebied op moet worden berekend.
Het kan zijn dat het perceel bestaat uit meerdere kadastrale percelen doordat er op een
later moment bijvoorbeeld een strook grond is bijgekocht. Als dit het geval is, duid dit
dan aan op de kaart. De lijst met geselecteerde percelen (Kadastrale nummers) wordt
dan getoond op het scherm.
Ook kan het zijn dat het erf waarvoor de vergunningvrije bouwmogelijkheden maar
een deel van het kadastrale perceel betreft. Bijvoorbeeld bij een rij woningen van een
woningcorporatie. Duid dan alleen het deel van het perceel aan waar u de
vergunningvrije bouwmogelijkheden voor wilt bepalen.
-
Duidt alle aanliggende publiek toegankelijke percelen aan.
Hierbij dient de weg, openbaar groen of vaarwater te worden aangegeven dat direct aansluit op het betreffende perceel. Is het aanliggende gebied niet openbaar toegankelijk zoals grond van de buren, of een gebied dat niet aan te merken is als openbaar toegankelijk dan hoeft deze niet te worden aangegeven.
-
Selecteer het oorspronkelijke hoofdgebouw.
Het oorspronkelijke hoofdgebouw is het gebouw zoals voltooid onder de eerste verleende vergunning. Aan- en uitbouwen met een secundair gebruik (zoals een garage of berging) behoren niet tot het oorspronkelijke huis omdat deze gezien worden als ondergeschikt aan de functie wonen. Hetzelfde geldt voor vergunningsvrije bijgebouwen nadat het oorspronkelijke hoofdgebouw met de eerste vergunning gerealiseerd werd, ook al staan deze ten dienste van het hoofdgebruik.
Een aanbouw met bijvoorbeeld een keuken die nadien met de bouw van het hoofdgebouw is gebouwd, maakt geen onderdeel uit van het oorspronkelijke hoofdgebouw, ook al is deze niet ondergeschikt aan de functie wonen, maar maakt wel onderdeel uit van het hoofdgebouw. Deze vierkante meters gelden als bijbehorende bouwwerken binnen het bebouwingsgebied.